Nieuws Quinoateler aan het woord - Wouter Saelens (Herent)

22/02/2022
maaidorsen quinoa

Jonge landbouwers ontbreekt het niet aan ideeën en ondernemerszin, wél aan tijd. Een nieuwe teelt die van zaai tot oogst volledig gemechaniseerd aangepakt kan worden, heeft daarom een streepje voor bij akkerbouwers. Soja teelde Wouter Saelens uit Herent al langer, en in 2021 waagde hij zich voor het eerst aan quinoa. Met het Praktijkpunt Landbouw als dichte buur en hulplijn begon hij goed voorbereid aan de teelt. In juni oogde het gewas veelbelovend te velde, maar een regenachtige zomer en late oogst reduceerden de quinoa-oogst.

wiedeggen
Wiedeggen met Treffler-precisiewiedeg

Samen met zijn ouders runt Wouter Saelens Hoeveslagerij Ten Halve in Herent. De boerderij ligt wat verscholen tussen de huizen. Als boer veel buren hebben, maakt de bedrijfsvoering er niet makkelijker op. Door de thuisverkoop van rundvlees en aardappelen is dat nadeel omgebogen in een voordeel. Klanten moet je verdienen, dus is het altijd druk ten huize Saelens. Ook omdat de korte keten hier gecombineerd wordt met een middelgroot akkerbouw- en vleesveebedrijf dat voor zijn afzet evenzeer rekent op het reguliere handelskanaal. De aardappelen verlaten het bedrijf bijvoorbeeld ook per vrachtwagen, richting frietfabriek.

Ondanks de dagelijkse drukte blijft Wouter uitkijken naar nieuwe opportuniteiten. In 2018 was hij bij de eersten om soja te gaan telen voor Alpro, dat een vestiging heeft in Wevelgem. Het financiële rendement van sojateelt kon tot op heden niet overtuigen zodat Wouter zich in 2021 waagde aan quinoa. “Zowel soja als quinoa hebben het voordeel dat je ze zaait en oogst met de machines die ingezet worden voor granen. De grootste uitdaging is voor mij de onkruidbestrijding. Voor soja zijn er herbiciden erkend in voor- en naopkomst. Voor quinoa niet, dus moet je het onkruid mechanisch bestrijden.”

schoffelen
Camera-gestuurde Carré-schoffel op demo bij Wouter Saelens

“Dat is voor akkerbouwers met een gangbare bedrijfsvoering vaak een groot struikelblok”, erkent Wim Fobelets, onderzoeker op het Praktijkpunt Landbouw Vlaams-Brabant. “De investering in een wiedeg of schoffel is te groot als de machine maar in één teelt ingezet zal worden. Het aanbod herbiciden krimpt, maar het spuittoestel blijft door zijn grote capaciteit vaak de meest kostenefficiënte oplossing in akkerbouwteelten. Al kan dat in de toekomst veranderen. Net daarom is het interessant dat akkerbouwers door een nieuwe teelt als quinoa kennismaken met de mogelijkheden van mechanische onkruidbestrijding.”

Als buurman van het Praktijkpunt Landbouw kon Wouter een beroep doen op de wiedeg van de onderzoeksinstelling. “Zeker de eerste keer ligt de rijsnelheid laag en kost het veel tijd om 2,5 hectare quinoa te wiedeggen”, getuigt hij. “De werking van de Treffler-wiedeg beviel, maar in een regenachtig seizoen met hoge onkruiddruk kon het resultaat me toch niet overtuigen. De stroken waar een moderne Carré-schoffelmachine een doorgang maakte – n.a.v. een machinedemonstratie op mijn perceel – stonden duidelijk properder. Het verschil tussen alleen wiedeggen (5x) en wiedeggen gevolgd door schoffelen, was vooral merkbaar aan het aantal planten melganzenvoet. Dit onkruid zorgt in andere teelten na een herbicidenbehandeling niet voor problemen, maar ontsnapte in quinoa aan de wiedeg.”

quinoa
Quinoa ging veelbelovend de zomer in

Bij het begin van de zomer had Wouter er een goed oog in: “De kosten van de teelt leken me beperkt: zaaizaad, grondbewerking, loonwerk en vooral je eigen arbeidstijd voor de onkruidbestrijding. Gratis digestaat bracht de nodige nutriënten aan. Het was dus uitkijken naar de opbrengst, maar die viel tegen. Half juli deed noodweer de stengels knakken. In augustus bleef het regenen. Daardoor verliep de tarweoogst zo moeizaam dat de loonwerker niet beschikbaar was. Pas op 3 september kon ik quinoa oogsten. Uit de pluimen was toen al veel zaad verdwenen. Door de hoge onkruiddruk kleurde het geoogste product van 2,5 hectare groen en woog het 4.000 kilo. Na vijf keer zeven door Van der Bilt Zaden in Nederland, gevolgd door een kleursortering, bleef daar nog 1.200 kilo van over, oftewel iets minder dan 500 kilo per hectare.”

oogst
Regenachtige zomer en laat beschikbaar zijn van loonwerker veroorzaken zaadverlies

“Dat is karig als je het vergelijkt met het resultaat op onze proefvelden in 2020 (circa 3.000 kg/ha na zeven), maar komt overeen met de resultaten van onze oogst in 2021. Door legering, neerslag en een te late oogst kwamen ook wij – na omrekening van de proefplots – niet verder dan enkele honderden kilo’s per hectare”, vertelt Wim Fobelets.

Gelet op het stevige prijskaartje van het schoonproces en de andere onkosten (o.a. loonwerk en eigen arbeid voor onkruidbestrijding) is zo’n opbrengst onvoldoende om er een rendabele teelt van te maken voor Wouter. De verkoop in de korte keten moet bovendien nog starten, en ook dat zijn arbeidsuren waar een faire vergoeding tegenover moet staan.

Toch geeft de eerste kennismaking met quinoa de jonge landbouwer voldoende vertrouwen om het in 2022 opnieuw te proberen: “De stand van het gewas in mei en juni beviel me. Dat het uiteindelijk toch misliep, was toe te schrijven aan een uitzonderlijk sombere zomer. Warme en droge zomers worden door de klimaatverandering het nieuwe normaal. De opbrengst zal dan vanzelf veel beter zijn. Bovendien kan ik met de ervaring in 2021 volgend seizoen een verbeterpunt aanbrengen. Ik ga een oude witloofschoffel aanpassen naar de juiste rijafstand zodat melganzenvoet niet meer ontsnapt tijdens de onkruidbestrijding.”